Welke behandelingen zijn er?

Het doel van de behandeling van anorexia nervosa is dat je lichaam weer gezond wordt en je eetgedrag weer normaal wordt. Ook werk je aan je zelfbeeld en lichaamsbeeld zodat je de dingen weer kunt doen die belangrijk voor je zijn, zoals school, werk en contact met vrienden en familie. Meestal vindt de behandeling ambulant plaats, wat betekent dat je één of meerdere keren per week naar de instelling of kliniek toegaat waar je de behandeling volgt. Wanneer je erg ziek bent is een klinische opname soms beter, wat inhoudt dat je een tijdje wordt opgenomen in het ziekenhuis of de kliniek waar je de behandeling volgt. De meeste behandelingen worden individueel aangeboden, maar soms volg je ook therapie in een groep.

Wat werkt het beste?

Om te kijken welke behandelingen het beste werken, wordt wetenschappelijk onderzoek gedaan. In deze onderzoeken wordt bijvoorbeeld gekeken welke onderdelen van een therapie belangrijk zijn, hoe lang de therapie moet duren en hoeveel mensen zich beter voelen nadat ze de therapie hebben gevolgd. De resultaten die uit deze onderzoeken komen, worden vervolgens gebruikt om te bepalen hoe de behandeling voor anorexia nervosa er het beste uit kan zien. De behandelingen met de beste resultaten en waar we het meest over weten staan beschreven in de Zorgstandaard voor Eetstoornissen, hierin kun je lezen hoe de zorg voor mensen met een eetstoornis er in Nederland uit moet zien.

Behandelvormen

Wanneer je anorexia nervosa hebt, kun je verschillende behandelingen volgen. Je behandelaar kijkt samen met jou welke behandeling het beste bij jou en de ernst van je klachten past. Als je jonger bent, zul je een behandeling volgen waarbij ook jouw ouders (en soms ook andere gezinsleden) worden betrokken, bijvoorbeeld 'familie gebaseerde therapie' (FBT) of systeemtherapie. Je ouders kunnen je steunen en je helpen bij je herstel. Daarnaast zijn er ook individuele behandelingen, zoals cognitieve gedragstherapie (CGT), waarbij je je gedachten en gedrag die de eetstoornis in stand houden leert herkennen en veranderen. Of bijvoorbeeld psychomotorische therapie (PMT), waarbij het gaat om hoe jij je lichaam ervaart en hoe je beweegt. Vaak worden deze behandelvormen gecombineerd met de begeleiding van een diëtist, verpleegkundige of arts. Zij kunnen je begeleiden bij het lichamelijk herstel. Heel soms krijgen mensen met anorexia nervosa ook medicijnen, bijvoorbeeld om hun stemming te verbeteren of omdat ze een tekort aan vitaminen en mineralen hebben.